Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word boenwas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
polishing wax
(poetsen)
(poetsen; polijsten; schuren; wrijven)
🔗 Gilder legde de papieren op de glad geboende tafel.
(spoeling; wassing)
washing
(opgang; opkomst)
🔗 Was is duur.
(hausse; stijging)
🔗 Door de nog steeds aanhoudende was der grote rivieren begint men nu, wat Nijmegen en omgeving betreft, op verschillende plaatsen ernstige hinder en schade te ondervinden.

DutchEnglish
boenwas beeswax
boenen beeswax; polish; rub; rub down; scrub
was beeswax; growth; laundry; linen; wax; wash; washing; rise