Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bitterkoud

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Die dag heb ik een kostbare en bittere les geleerd.
;
🔗 Welk bitter drankje past het best bij jou?
bitterly
🔗 Bond lachte bitter.
(kil); ;
🔗 De pap wordt koud!
(kil)
🔗 „Ik begrijp het maar al te goed”, zei de edelman koud.

DutchEnglish
bitterkoud perishing
bitter acerbic; bitter; bitters; grievous; grievously; mirthless; pungent; wry; sick; sore; grinding; plain; bitterly; acrimonious; acerb
koud bleak; chill; cold; frigid; parky; frozen; hardly; scarecely