Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bezetten met

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bekleden; beslaan; in beslag nemen; innemen); ;
engage
;
🔗 Front‐de‐Boeuf keek ook naar buiten, greep zijn hoorn, blies krachtig en beval zijn mannen hun plaats op de muren te bezetten.
(innemen)
🔗 Cherson geldt ook als een strategisch belangrijk punt voor de Krim, een gebied dat in 2014 door Rusland werd bezet.

DutchEnglish
bezetten met set with
bezetten bar; beset; engage; fill; garrison; man; occupy; set; stud; take; cast