Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bevelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanvoeren; commanderen);
(gebieden; gelasten; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren); ;
🔗 Ik beveel het, begrijp je?
(recommanderen)
🔗 Tom Bombadil heeft haar aanbevolen.
(commando)
🔗 Hij gaf het bevel over de groep vluchtelingen, die op het eiland achter zouden blijven, over aan de lange Australiër, en raadde hem aan de boot tot zinken te brengen en zich de verdere dag verborgen te houden.
(bevelschrift; gebod; order; ordonnantie); ;
commandment
;
behest
;
🔗 Ik volg slechts de bevelen mijner chefs.

DutchEnglish
bevelenbid; charge; command; commend; decree; enjoin; ordain; order; tell
aanbevelencommend; recommend
bevelbehest; bidding; command; commandment; decree; dictate; dictation; direction; hest; order; precept; prescript; injunction; warrant