Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bemerken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(gewaarworden; merken; waarnemen) | ; ; | |
(merken; opmerken) | ; | |
🔗 Hij keek om zich heen en bemerkte dat ze zich op en tamelijk groot eiland bevonden. | ||
(tekenen; markeren) | marki | |
(bemerken; gewaarworden; waarnemen) | ; ; | |
🔗 Ze merkte dat haar rug pijn deed. | ||
(bemerken; opmerken) | ||
🔗 Dan kan je langs hem gaan zonder gemerkt te worden. | ||
(aanduiden; aangeven; kenmerken) | signi | |
(onopgemerkt) | ||
(ongemerkt; onopgemerkt) | ||
🔗 Na te zijn weggehold van het ingezakte paleis was Tom Poes onbemerkt over de muur geklommen en hij liep nu over de heide, op weg naar Bommelstein. |
Dutch | English |
---|---|
bemerken | ⇆ find; ⇆ notice; ⇆ perceive; ⇆ pick up on; ⇆ remark |
bemerking | ⇆ observation; ⇆ remark |
merken | ⇆ badge; ⇆ be aware of; ⇆ blaze; ⇆ brand; ⇆ earmark; ⇆ find; ⇆ know; ⇆ mark; ⇆ notice; ⇆ perceive; ⇆ sense |
onbemerkt | ⇆ unperceived; ⇆ unnoticed; ⇆ unobserved; ⇆ without being perceived |