Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word beginnen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanbreken; aanvangen; ingaan; ertoe overgaan; een aanvang nemen; inzetten; intreden) | ; ; ; ; | |
🔗 De film begint. | ||
(aanvaarden; aanvangen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten; een begin maken met) | ; ; | |
🔗 Vandaag ga ik een heel nieuw leven beginnen. | ||
(aanpakken; aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen met; ter hand nemen; inzetten; starten; overgaan tot; een begin maken met) | ; | |
🔗 Men beginne er niet aan. | ||
beginnen met | ; ; | |
(aanpakken; aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen aan; ter hand nemen; inzetten; starten; een begin maken met) | ||
🔗 Wanneer kunt u met uw werk "beginnen? | ||
; at the outset ; in the beginning ; | ||
🔗 Om te beginnen ga je naar bed en dan… | ||
future ; junior ; | debutanta | |
half‐baked | ||
(beginneling) | ; novice ; tyro | |
🔗 Je bent nog een beginner. | ||
restart | ||
🔗 Misschien kunnen we er straks over herbeginnen. |
Dutch | English |
---|---|
beginnen | begin; come on; commence; enter into; get going; get under way; go about; go into business; kick off; launch; lead off; open; open up; play up; set in; start; start off; start out; start up; strike up; take off; tee off |
aan iets beginnen | begin on something; begin upon something; begin something |
beginnen aan | embark on; embark upon; enter on; enter upon; get down to; start; take up |
beginnen met | turn one’s hand to; start; take up |
beginnen over | start |
beginnen te | break into; come on to; proceed to; set to; begin to; begin; take to |
bij het begin beginnen | begin at the beginning |
daar begin ik niet aan | I don’t go in for that sort of thing |
een eigen zaak beginnen | set up for oneself; set up on one’s own account |
eraan beginnen | set about it |
er is niets mee te beginnen | it won’t do; it’s hopeless; I can make nothing of it |
er is niets met hem te beginnen | he is quite unmanageable |
hij is begonnen! | he started it! |
met iets beginnen | begin with something |
om te beginnen | first off; for openers; in the first place; to begin with; to start with; for a start |
van voren af aan beginnen | begin over again; begin it over again; start afresh |
voor zichzelf beginnen | set up for oneself; set up on one’s own account; start for oneself |
wat ben ik begonnen! | what have I let myself in for! |
wat moet ik beginnen? | what to do? |
beginnend | inceptive; incipient; starting |
beginner | beginner; neophyte; new hand; tyro; novice |
herbeginnen | resume; return to |