Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bedisselen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(arrangeren; regelen; in orde maken) | ||
🔗 Hij haalde de schouders op en begon de maaltijd te bedisselen. |
Dutch | English |
---|---|
bedisselen | ⇆ arrange; ⇆ concoct; ⇆ manage |