Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bedaren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kalmeren; luwen; tot rust komen; verstillen); ;
🔗 Eindelijk bedaarde de storm.
(kalmeren)
calm down
trankviliĝi
🔗 En nog altijd was het water niet bedaard.
(kalmeren); ; ; ; ;
assuage

DutchEnglish
bedaren abate; allay; appease; appeasement; assuage; becalm; calm; calm down; compose oneself; die; die down; lay to rest; moderate; pacify; pipe down; put to rest; quiet; quiet down; settle; settle down; simmer down; sober; sober down; soothe; still; subside
tot bedaren brengen steady; still; settle; calm; soothe; quiet; appease; assuage; tranquillize
tot bedaren komen settle; subside; calm down; quiet down; compose oneself; abate
onbedaarlijk inextinguishable; uncontrollable