Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word banketzaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
banquet‐room
;
banquet‐room
🔗 Die nacht verlichtten de toortsen de banketzaal met een rokerig licht.
almond pastry
(feestmaal; festijn; smulpartij; feestmaaltijd)
🔗 De uitvoerige plichtplegingen maakten van deze banketten een onverdraaglijk vervelende zaak.
(salon)
saloon

DutchEnglish
banket almond pastry; banquet; cakes; pastry
zaal floor; hall; house; room; saloon; ward