Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bakerkind
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
infant in arms | ||
🔗 Een vindingrijke bakker uit Steenbergen bood aan al zijn klanten een broodje aan in de vorm van een bakerkind, versierd met een oranje strik. | ||
dry‐nurse ; monthly nurse ; nurse | ||
🔗 Jij hebt zeker geen baker gehad. | ||
| ; infant ; | ||
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen? | ||
| (koter) | ||
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| bakerkind | ⇆ infant in arms |
| baker | ⇆ dry‐nurse; ⇆ nurse; ⇆ monthly nurse |
| kind | ⇆ baby; ⇆ bairn; ⇆ chick; ⇆ child; ⇆ infant; ⇆ kid; ⇆ babe; ⇆ little one |