Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word badgast

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
seaside visitor
🔗 Tijdens de werkzaamheden blijft het strand gewoon toegankelijk voor badgasten.
(badkuip)
🔗 Nou heb ik zin om in een lekker koel bad te gaan liggen.
🔗 Voor het ontbijt neem ik een bad in de oceaan.
(introducé);
sojourner
🔗 Die man is mijn gast.
(kerel; knul; sujet; vent)
🔗 Wie zijn die gasten?

DutchEnglish
badgast bather; visitor
bad bath; bathe; dip; tub
gast diner; guest; sojourner; visitor; fellow