Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ambtsketen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
chain of office
🔗 Maar wat ben ik zonder ambtsketen?
(betrekking; plaats); ;
🔗 Denk toch aan zijn heilig ambt, zoon.
(betrekking; plaats; post); ;
🔗 „Zeker, eerwaarde vader,” zei de leermeester, „ik ben niet tot dit hoge ambt gekomen zonder hiervan op de hoogte te zijn.”
(boei; kluister)
fetter
;
🔗 Zijn ketenen ratelden.
(ketting)
🔗 Maar er zat vrij veel speling in de ketenen om zijn polsen.
🔗 Hij behoort tot een grote keten, die tevens Riccioli, Hevel en Lohrmann omvat.

DutchEnglish
ambtsketen chain of office
ambt appointment; employment; function; ministration; ministry; office; place; post
keten chain; concatenation; fetter; gyve; range; trammel; series; fool about; monkey about