Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afwijzen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
quash
; ; ;
(afkeuren; het vertikken; terugwijzen; weigeren; afslaan); ; ;
disallow
🔗 Geen wonder dat Katrien hem altijd afwijst!
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(verwerping; weigering)
rejection
;
dismissal
;
(weigering)
refusal
;
rejection
(aanduiden; aangeven; aanwijzen; beduiden; uitduiden; wijzen op)
indicate
;
point out
🔗 Wie heeft jullie de grot gewezen?

DutchEnglish
afwijzen decline; deny; disallow; disclaim; dismiss; rebuff; rebut; refuse; refuse admittance to; reject; repudiate; repulse; turn away; turn down
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
afwijzing disclaimer; dismissal; dismission; knock‐back; rebuff; rejection; repudiation; repulse; refusal; denial
wijzen indicate; point; point out; show