Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afvegen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afwissen; vegen)
wipe
;
wipe off
viŝi
🔗 „Ik kom al, meneer!” klonk het doffe antwoord uit een ver vertrek, spoedig gevolgd door Sam zelf, die zijn mond afveegde.
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(opvegen);
whisk
(afvegen; afwissen)
wipe
viŝi
🔗 Conan veegde met een niet geheel vaste hand het zweet van zijn voorhoofd.

DutchEnglish
afvegen brush; wipe; wipe off
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
vegen brush; sweep; whisk; wipe