Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word accelereren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bespoedigen; verhaasten; versnellen)
(optrekken; versnellen)
(versnellen; zich versnellen)
(versnelling)
🔗 Ze zouden trouwens toch niet tegen een dergelijke acceleratie kunnen.
(versnelling)
plirapido

DutchEnglish
accelereren accelerate; pick up speed
acceleratie acceleration