Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aanvliegen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Weldra kwam er een tweede adelaar aanvliegen. | ||
🔗 Ja, daarom zijn we hierheen gevlogen. | ||
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis. | ||
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond. |
Dutch | English |
---|---|
aanvliegen op | ⇆ dart at; ⇆ dash at; ⇆ fly at; ⇆ home in on |
iemand aanvliegen | ⇆ fly at somebody; ⇆ jump down somebody’s throat |
komen aanvliegen | ⇆ come flying along; ⇆ approach |
vliegen | ⇆ aviate; ⇆ aviation; ⇆ cut and run; ⇆ fling; ⇆ flit; ⇆ fly; ⇆ plane; ⇆ race; ⇆ zap; ⇆ speed; ⇆ scoot; ⇆ sweep; ⇆ tear; ⇆ whirl |