Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Pool

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Asa wees op de metalen polen aan beide kanten.
🔗 In een wooncomplex voor Polen in Rosmalen heeft vrijdagavond een brand gewoed.
🔗 Haar grootvader was soldaat geweest en in Polen verdwenen.
polar expedition
polusa ekspedicio
🔗 Hij had een Poolse vader en een Griekse moeder.
🔗 Doordat ik vrij goed op de hoogte was van Duits, Russisch en Pools kon ik veel nuttig werk verrichten.
Polish woman
(breedte)
latitude
;
tegenpool
(tegendeel; tegengestelde; tegenovergestelde)

DutchEnglish
pool pile; polar; pole; pool
Pool Pole
Polen Poland
poolcirkel polar circle
poolexpeditie polar expedition
poolgebied polar region
poolijs polar ice
poolklem terminal
poollicht polar light; polar lights
poollucht polar air
poolreiziger polar explorer
Pools Polish
Poolse Polish woman
poolshoogte elevation of the pole; latitude
poolster North‐star; lodestar; pole‐star
poolstreek polar region
pooltocht polar expedition
poolvos Arctic fox; snow‐fox
poolzee polar sea
tegenpool antipole; opposite pole