Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word Polen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Haar grootvader was soldaat geweest en in Polen verdwenen. | ||
🔗 Asa wees op de metalen polen aan beide kanten. | ||
🔗 In een wooncomplex voor Polen in Rosmalen heeft vrijdagavond een brand gewoed. | ||
🔗 Hij had een Poolse vader en een Griekse moeder. | ||
🔗 Doordat ik vrij goed op de hoogte was van Duits, Russisch en Pools kon ik veel nuttig werk verrichten. | ||
Polish woman |
Dutch | English |
---|---|
Polen | ⇆ Poland |
Pool | ⇆ Pole |
pool | ⇆ pile; ⇆ polar; ⇆ pole; ⇆ pool |
Pools | ⇆ Polish |
Poolse | ⇆ Polish woman |