Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Bijbelspreuk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
scriptural word
biblia sentenco
(Heilige Schrift);
Scripture
🔗 De Bijbel heeft het bewijs in zich van zijn goddelijke oorsprong.
(aforisme; kernspreuk)
(grondregel; kernspreuk; stelregel; zinspreuk)
maxim
(zinspreuk)
maxim
; ;
(toverspreuk)
sorĉvortoj
🔗 Waar heb ik spreuken voor nodig?

DutchEnglish
Bijbel Bible; Good Book; Holy Scripture; Scripture; Scriptures
spreuk adage; charm; incantation; motto; spell; saw; saying; apophthegm; aphorism; maxim