Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word wortel

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
radix

AfrikaansEnglish
wortel carrot; radical; radix; root
die wortel tref van strike at the root of
kubieke wortel cube root
met wortel en tak root and branch
met wortel en tak uitroei pull up by the roots
met wortel en tak uittrek tear up by the roots
beetwortel beetroot; sugar‐beet
braakwortel ipecacuanha
broodwortel cassava; cassava‐root; manioc; manihot; yam
derdemagswortel cube root; third root
diepgewortel deep‐rooted
geelwortel carrot
gemmerwortel ginger‐race
handwortel carpus
hawerwortel salsify; oyster plant
heemswortel hibiscus
ingewortel crusted; deep‐rooted; deep‐seated; radical; ingrain; ingrained; inveterate; radicate; rooted
ingeworteld deep‐rooted
knopwortel club‐root; eelworm
krapwortel madder
mangelwortel mangel; mangel‐wurzel; mangold; mangold‐wurzel
ontwortel deracinate; disroot; eradicate; grub; unroot; uproot
penwortel tap‐root; trunk‐root
peperwortel horseradish; pepperwort
stertwortel dock; tail‐head; tail‐root
suikerwortel skirret
swaelwortel sulphurwort
swawelwortel sulphurwort
sywortel lateral root
tandwortel fang
vasgewortel root‐bound; rooted
vaswortel indurate; root
vierdemagswortel fourth root
vierkantswortel square root
vinkelwortel vinkelwortel
voetwortel metastarsal; metastarsus; tarsus
vrankwortel green hellebore
witwortel parsnip
wortelboom mangrove
worteletend rhizophagous
wortelgetal exponent; rational; surd
wortelgewas root crop
wortelgroente root vegetable
wortelgrootheid radical quantity
wortelhaar fibril
worteling radication
wortelkiem caulicle; radicle
wortelklank root vowel
wortelmussie root‐cap
wortelopening root‐opening
wortelskeut tiller
wortelstand radication
wortelteken radical sign; root‐sign
worteltjie radicle; rootlet
wortelveseltjie fibre; fibril
wortelvorm surd
wortelvormig rhizomorphous