Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word vooruitbepaal

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vasstel); ; ;

AfrikaansEnglish
vooruitbepaal preordain
bepaal appoint; appointed; articulate; ascertain; assign; circumscribe; condition; define; decide; decree; destine; determinate; determine; fix; identify; ordain; rate; limit; localize; modify; nominate; provide; qualify; restrict; set; stipulate; stipulated
vooruit ahead; along; before; beforehand; in advance; in anticipation; forward; forwards; gee‐up; gee‐hup; onward; onwards; progressive