Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word steeksleutel

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Sy moes sleutels en horlosies by elke eienaar pas.
; ; ; ;
jab
; ;
🔗 Kolonel David Makhubela (55) is met ʼn skerp voorwerp in die bors gesteek.

AfrikaansEnglish
steeksleutel picklock
sleutel key; cipher; clef; communicator; cotter; damper; spanner; transmitter
steek bite; poke; stick; job; lunge; sting; stitch; thrust; gore; hit; insinuation; jab; stab; nip; pang; pink; pitch; point; prick; pricking; prickle; prod; prong; put; quirk; run; shoot; three‐cornered hat; tilt; urticate