Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word bewoner

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inwoner); ;
denizen
compatriot
; ; ; ;
🔗 Dit word sedert die 18de eeu nie deur die Britse koningsgesin bewoon nie.

AfrikaansEnglish
bewoner denizen; dweller; habitant; inhabitant; inmate; occupant; occupier; resident; resider
aardbewoner tellurian; terrestrial; dweller on earth
bergbewoner hillman; mountaineer
bewoon occupy; inhabit; indwell; occupied; tenant
bosbewoner forest‐dweller; forester; sylvan; woodsman
dalbewoner dalesman
dorpsbewoner villager
eilandbewoner islander
grensbewoner frontiersman
grotbewoner cave‐dweller; caveman; troglodyte
hemelbewoner celestial
hutbewoner cottager
krotbewoner slum dweller
kusbewoner shoreman
landbewoner country‐dweller; countryman; rustic
maanbewoner lunarian
Marsbewoner Martian
medebewoner cohabitant
oewerbewoner riparian; riverain
paalbewoner lake‐dweller
provinsiebewoner provincial
solderbewoner garreteer
stadsbewoner citizen; city‐dweller; oppidan; town‐dweller; townsman
tentbewoner tent dweller
vastelandsbewoner continentalist
vlaktebewoner plainsman
woestynbewoner Bedouin