Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word afbabbel

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
de sur
🔗 Max draf die trappies af en kom maak vir haar die deur oop.

AfrikaansEnglish
afbabbel babble; chatter; rattle off; talk a lot
af off; down; exit; from; completed; perfect; perfected; finished; broken
babbel babble; cackle; chat; chatter; clack; confabulate; coze; waffle; gab; gabble; gas; gibber; gossip; jabber; jaw; palaver; patter; prate; prattle; run on; speechify; tattle; tittle‐tattle; twaddle; yap