Diccionario neerlandés–español

Traducción española de la palabra neerlandesa zwerveling

neerlandés → español
  
neerlandésespañol (traducido indirectamente)esperanto
correr mundo
;
mudarse de país
(dolen; dwalen; ronddolen; ronddwalen; rondzwerven)
errar
;
vagabundear
;
vagar
🔗 Ergens tussen de heuvels en bosjes zwierf Anacho, in vrees voor zijn leven.

neerlandésespañolinglés
zwervelingperegrino; vagabundawanderer