La conjugaison du verbe néerlandais zwerven

Des formes irrégulières sont imprimées en rouge.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zwerf(ik) zwierf
(jij) zwerft; zwerf (jij)(jij) zwierf
(hij) zwerft(hij) zwierf
(wij) zwerven(wij) zwierven
(gij) zwerft(gij) zwierft
(zij) zwerven(zij) zwierven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) zwerve(dat ik) zwierve
(dat jij) zwerve(dat jij) zwierve
(dat hij) zwerve(dat hij) zwierve
(dat wij) zwerven(dat wij) zwierven
(dat gij) zwervet(dat gij) zwiervet
(dat zij) zwerven(dat zij) zwierven
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
zwerfzwerft
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
zwervend(e)(hebben) gezworven