De ferfoarming fan it Nederlânske tiidwurd vlechten

Unregelmjittige foarmen binne yn read printe.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vlecht(ik) vlocht
(jij) vlecht(jij) vlocht
(hij) vlecht(hij) vlocht
(wij) vlechten(wij) vlochten
(gij) vlecht(gij) vlocht
(zij) vlechten(zij) vlochten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vlechte(dat ik) vlochte
(dat jij) vlechte(dat jij) vlochte
(dat hij) vlechte(dat hij) vlochte
(dat wij) vlechten(dat wij) vlochten
(dat gij) vlechtet(dat gij) vlochtet
(dat zij) vlechten(dat zij) vlochten
Gebiedende wijs
vlecht
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
vlechtend(e)(hebben) gevlochten