Die vervoeging van die Nederlandse werkwoord smelten

Onreëlmatige vorme is rooi gedruk.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) smelt(ik) smolt
(jij) smelt(jij) smolt
(hij) smelt(hij) smolt
(wij) smelten(wij) smolten
(gij) smelt(gij) smolt
(zij) smelten(zij) smolten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) smelte(dat ik) smolte
(dat jij) smelte(dat jij) smolte
(dat hij) smelte(dat hij) smolte
(dat wij) smelten(dat wij) smolten
(dat gij) smeltet(dat gij) smoltet
(dat zij) smelten(dat zij) smolten
Gebiedende wijs
smelt
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
smeltend(e)(hebben1/zijn2) gesmolten


Note

1 oorganklik

Voorbeeld: De zon heeft het ijs gesmolten.

2 onoorganklik

Voorbeeld: Door de zon is het ijs gesmolten.