De ferfoarming fan it Nederlânske tiidwurd melken

Unregelmjittige foarmen binne yn read printe.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) melk(ik) molk, melkte
(jij) melkt; melk (jij)(jij) molk, melkte
(hij) melkt(hij) molk, melkte
(wij) melken(wij) molken, melkten
(gij) melkt(gij) molkt, melktet
(zij) melken(zij) molken, melkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) melke(dat ik) molke, melkte
(dat jij) melke(dat jij) molke, melkte
(dat hij) melke(dat hij) molke, melkte
(dat wij) melken(dat wij) molken, melkte
(dat gij) melket(dat gij) molket, melktet
(dat zij) melken(dat zij) molken, melkten
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
melkmelkt
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
melkend(e)(hebben) gemolken, gemelkt