De ferfoarming fan it Nederlânske tiidwurd glimmen

Unregelmjittige foarmen binne yn read printe.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) glim(ik) glom
(jij) glimt; glim (jij)(jij) glom
(hij) glimt(hij) glom
(wij) glimmen(wij) glommen
(gij) glimt(gij) glomt
(zij) glimmen(zij) glommen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) glimme(dat ik) glomme
(dat jij) glimme(dat jij) glomme
(dat hij) glimme(dat hij) glomme
(dat wij) glimmen(dat wij) glommen
(dat gij) glimmet(dat gij) glommet
(dat zij) glimmen(dat zij) glommen
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
glimglimt
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
glimmend(e)(hebben) geglommen