De vervoeging van het Nederlandse werkwoord bersten

Onregelmatige vormen zijn in rood gedrukt.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) berst(ik) berstte, borst
(jij) berst(jij) berstte, borst
(hij) berst(hij) berstte, borst
(wij) bersten(wij) berstten, borsten
(gij) berst(gij) bersttet, borstet
(zij) bersten(zij) berstten, borsten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) berste(ik) berstte, borste
(jij) berste(jij) berstte, borste
(hij) berste(hij) berstte, borste
(wij) bersten(wij) berstten, borsten
(gij) berstet(gij) bersttet, borsten
(zij) bersten(zij) berstten, borsten
Gebiedende wijs
berst
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
berstend(e)(zijn) geborsten