De vervoeging van het Duitse werkwoord melken

Onregelmatige vormen zijn in rood gedrukt.
Indikativ
PräsensImperfektum
(ich) melke(ich) molk, melkte
(du) melkst(du) molkst, melktest
(er) melkt(er) molk, melkte
(wir) melken(wir) molken, melkten
(ihr) melkt(ihr) molkt, melkte
(sie) melken(sie) molken, melkten
Konjunktiv
PräsensImperfektum
(ich) melke(ich) mölke, melkte
(du) melkest(du) mölkest, melktest
(er) melke(er) mölke, melkte
(wir) melken(wir) mölken, melkten
(ihr) melket(ihr) mölket, melktet
(sie) melken(sie) mölken, melkten
Imperativ
melke
melkt (Mehrzahl)
melken Sie (förmlich)
Partizipien
ErstesZweites
melkend(haben) gemolken, gemelkt