Information du mot vaak (néerlandais → espéranto: ofte)

Synonymes: dikwijls, gedurig, menigmaal, veel, veelal, veeltijds, veelvuldig, frequent

Parti du discoursadverbe
Prononciation/vak/
Césurevaak

Exemples d’usage

Als kind zwom ik hier vaak.
Hij was vaak in deze situatie, want doordat hij de telefoon bediende, was hij de overbrenger van al het slechte nieuws op het eiland.
Hij en Sasja sliepen in aparte slaapkamers en vaak kwam hij niet bij haar.
Vaak is hoge inflatie het gevolg.
En zulke dingen gebeuren helaas al te vaak.
In het gebied komen vaker grote branden voor.
Wolven vallen wel vaak schapen aan in Nederland.

Traductions

afrikaansbaiemaal
allemandhäufig; oft
anglaisfrequently; often; oftentimes
anglais (vieil anglais)gelome; oft
bas allemandvake
catalanfreqüentment; sovint
danoisofte; tit
espagnola menudo; con frecuencia
espérantoofte
féringienofta
finnoisusein
françaisbeaucoup; fréquemment; souvent
frison occidentalfaak; faken; fakentiden; gauris; jamk; alfolle; allegeduerigen; almeast
frison saterlandoafte
gaélique écossaisgu tric
hongroisgyakran
islandaisoft
italienfrequentemente; sovente; spesso
latinsaepe
luxembourgeoisdacks
polonaisczęsto
portugaisamiúde; frequentemente; muitas vezes
roumainadesea; des
souahélimara nyingi
sranannofotron; somentron
suédoisofta
tchèquečasto
thaïบ่อย