Information du mot 'stoutmoedig' [dut] (epo: aŭdaca)

Synonymes: boud, brutaal, gedurfd, stout, vermetel, waaghalzerig

Parti du discours	adjectif
Prononciation	/stɑu̯tˈmudəx/
Césure	stout·moe·dig

Degrés de comparaison

Positif	stoutmoedig
Comparatif	stoutmoediger
Superlatif	stoutmoedigst

Déclinaison

			Positif	Comparatif	Superlatif
Prédicatif			stoutmoedig	stoutmoediger	(het) stoutmoedigst, (het) stoutmoedigste
Attributif	Indéfini	Pluriel masculin et féminin	stoutmoedige	stoutmoedigere	stoutmoedigste
		Singulier neutre	stoutmoedig	stoutmoediger	stoutmoedigst
		Pluriel	stoutmoedige	stoutmoedigere	stoutmoedigste
	Défini		stoutmoedige	stoutmoedigere	stoutmoedigste
	Partitif		stoutmoedigs	stoutmoedigers

Er kon geen twijfel aan bestaan of deze man was tweeënveertig gaar geleden naar het verlaten bouwwerk gekomen op zoek naar een krantensensatie waarvoor niemand ooit stoutmoedig genoeg was geweest om er een poging toe te wagen.

allemand	kühn; wagemutig; verwegen; unerschrocken; draufgängerisch; dreist; keck; frech
anglais	bold; daring
catalan	agosarat; atrevit; audaç
espéranto	aŭdaca
français	audacieux
luxembourgeois	kéng
portugais	arriscado; audaz; ousado

Information du mot stoutmoedig (néerlandais → espéranto: aŭdaca)

Degrés de comparaison

Déclinaison

Exemples d’usage

Traductions