Information du mot sproeien (néerlandais → espéranto: ŝprucigi)

Synonymes: spuiten, uitspuiten, verstuiven

Parti du discoursverbe

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) sproei(ik) sproeide
(jij) sproeit(jij) sproeide
(hij) sproeit(hij) sproeide
(wij) sproeien(wij) sproeiden
(jullie) sproeien(jullie) sproeiden
(gij) sproeit(gij) sproeidet
(zij) sproeien(zij) sproeiden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) sproeie(dat ik) sproeide
(dat jij) sproeie(dat jij) sproeide
(dat hij) sproeie(dat hij) sproeide
(dat wij) sproeien(dat wij) sproeiden
(dat jullie) sproeien(dat jullie) sproeiden
(dat gij) sproeiet(dat gij) sproeidet
(dat zij) sproeien(dat zij) sproeiden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
sproeisproeit
Participes
Participe présentParticipe passé
sproeiend, sproeiende(hebben) gesproeid

Traductions

allemandspritzen; sprühen
anglaisspray; sprinkle
espérantoŝprucigi; elŝprucigi
françaisprojeter un liquide
frison saterlandskitterje; spankelje; spankje; spritsje
portugaisfazer esguichar; fazer jorrar
thaïฉีด