Information du mot bezoeker (néerlandais → espéranto: vizitanto)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/bəˈzukər/
Césurebe·zoe·ker
Genremasculin
Plurielbezoekers

Diminutif
SingulierPluriel
bezoekertjebezoekertjes

Exemples d’usage

De volgende morgen waren er reeds vroeg enkele bezoekers op het politiebureau om de commissaris te spreken.
Nu verloren de bezoekers hun bezinning.

Traductions

afrikaansbesoeker
albanaisvizitor
anglaiscaller; visitor
espagnolvisitador; visitante
espérantovizitanto
françaisvisiteur
papiamentobishitante
portugaisvisitante
russeпосетитель
suédoisbesökande