Information du mot vervoeren (néerlandais → espéranto: veturigi)

Synonymes: chaufferen, rijden

Parti du discoursverbe

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) vervoer(ik) vervoerde
(jij) vervoert(jij) vervoerde
(hij) vervoert(hij) vervoerde
(wij) vervoeren(wij) vervoerden
(jullie) vervoeren(jullie) vervoerden
(gij) vervoert(gij) vervoerdet
(zij) vervoeren(zij) vervoerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) vervoere(dat ik) vervoerde
(dat jij) vervoere(dat jij) vervoerde
(dat hij) vervoere(dat hij) vervoerde
(dat wij) vervoeren(dat wij) vervoerden
(dat jullie) vervoeren(dat jullie) vervoerden
(dat gij) vervoeret(dat gij) vervoerdet
(dat zij) vervoeren(dat zij) vervoerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
vervoervervoert
Participes
Participe présentParticipe passé
vervoerend, vervoerende(hebben) vervoerd

Traductions

allemandfahren; auflesen
anglaisdrive
danoiskøre
espagnolconducir; dirigir
espérantoveturigi
frison saterlandfiere
papiamentokore
portugaisconduzir; transportar
tchèquejet; vézt
thaïขับ; ขับขี่