Information du mot café (néerlandais → espéranto: trinkejo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/kaˈfe/
Césureca·fé
Genreneutre
Plurielcafés

Diminutif
SingulierPluriel
cafeetjecafeetjes

Exemples d’usage

Een aantal cafés in het centrum van Den Bosch is vrijdag ontruimd omdat boven een van de cafés een brand woedde.
Voor het eerst is in ons land een uitbater van een café veroordeeld omdat hij het rookverbod niet respecteerde.
Het was tien over twee toen hij eindelijk een café binnenstapte dat de hele nacht open bleef.

Traductions

anglaispub
espagnolbar
espérantotrinkejo
féringiendrekkistað; leskingarstað
françaisabreuvoir
grecμπάρ; μπαρ
hongroisbár; söröző
italienbar
latinaquarium
portugaisbar
roumainbar
russeбар
souahélibaa
turcbar