Information du mot 'onderduiken' [dut] (epo: subakviĝi)

Synonymes: duiken, onderlopen, zinken

Conjugaison

Indicatif
Présent	Passé
(ik) duik onder	(ik) dook onder
(jij) duikt onder	(jij) dook onder
(hij) duikt onder	(hij) dook onder
(wij) duiken onder	(wij) doken onder
(jullie) duiken onder	(jullie) doken onder
(gij) duikt onder	(gij) dookt onder
(zij) duiken onder	(zij) doken onder
Subjonctif
Présent	Passé
(dat ik) onderduike	(dat ik) onderdoke
(dat jij) onderduike	(dat jij) onderdoke
(dat hij) onderduike	(dat hij) onderdoke
(dat wij) onderduiken	(dat wij) onderdoken
(dat jullie) onderduiken	(dat jullie) onderdoken
(dat gij) onderduiket	(dat gij) onderdoket
(dat zij) onderduiken	(dat zij) onderdoken
Impératif
Singulier/Pluriel	Pluriel
duik onder	duikt onder
Participes
Participe présent	Participe passé
onderduikend, onderduikende	(zijn) ondergedoken

Indien noodzakelijk konden ze dertig dagen ondergedoken blijven, berekende Bick.

Hierna brachten we de reddingsboten met onze kanonnen tot zinken en doken onder.

Toen de walvis voor de eerste keer onderdook, liet men de kabel vieren in afwachting van het moment waarop hij weer boven water zou komen.

allemand	tauchen; eintauchen; untertauchen; unter Wasser gehen; unter Wasser kommen; untergehen
anglais	flood
catalan	submergir‐se
danois	dykke; synke
espagnol	buccear; inundar; zambullirse
espéranto	subakviĝi
féringien	fara undir í vatni; kava
français	couler; s’immerger
frison occidental	dûke
frison saterland	duukje; stipje; unnerduukje
portugais	afogar‐se