Information du mot beveiligen (néerlandais → espéranto: sekurigi)

Synonymes: in veiligheid brengen, veilig stellen, vrijwaren

Parti du discoursverbe
Prononciation/bəˈvɛi̯ləɣə(n)/
Césurebe·vei·li·gen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) beveilig(ik) beveiligde
(jij) beveiligt(jij) beveiligde
(hij) beveiligt(hij) beveiligde
(wij) beveiligen(wij) beveiligden
(jullie) beveiligen(jullie) beveiligden
(gij) beveiligt(gij) beveiligdet
(zij) beveiligen(zij) beveiligden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) beveilige(dat ik) beveiligde
(dat jij) beveilige(dat jij) beveiligde
(dat hij) beveilige(dat hij) beveiligde
(dat wij) beveiligen(dat wij) beveiligden
(dat jullie) beveiligen(dat jullie) beveiligden
(dat gij) beveiliget(dat gij) beveiligdet
(dat zij) beveiligen(dat zij) beveiligden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
beveiligbeveiligt
Participes
Participe présentParticipe passé
beveiligend, beveiligende(hebben) beveiligd

Traductions

afrikaansin veiligheid bring
anglaissafeguard; secure
espagnolresguardar
espérantosekurigi; sendanĝerigi
françaisabriter; assurer