Information du mot boog (néerlandais → espéranto: arko)

Synonymes: ronding, toog

Parti du discourssubstantif
Prononciation/box/
Césureboog
Genremasculin
Plurielbogen

Diminutif
SingulierPluriel
boogjeboogjes

Exemples d’usage

Hierna vermande hij zich en stak de grote met spinnewebben getooide ruimte over in de richting van de boog.
Ik weet niet hoeveel uren ik doorbracht met naar die verzonken stad te staren, met zijn gebouwen, bogen, standbeelden en bruggen, en de kolossale tempel met zijn schoonheid en mysterie.
En toen richtten zij hun blik op de boog en de verwoeste poorten.

Traductions

afrikaansboog
allemandBogen; Bügel; Kreisbogen; Bogenlinie; Krümmung
anglaisarc; bow; arch
anglais (vieil anglais)boga
catalanarc
danoisbue
espagnolarco
espérantoarko
féringienbogi
finnoiskaari
françaisarc
frison occidentalbôge
frison saterlandBail; Booge
italienarco
latinarcus
papiamentobog
portugaisarco
roumainbolta
russeарка; дуга
srananbo
suédoisbåge