Information du mot reorganiseren (néerlandais → espéranto: reorganizi)

Synonyme: saneren

Parti du discoursverbe
Prononciation/rejɔrɣaniˈserə(n)/
Césurere·or·ga·ni·se·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) reorganiseer(ik) reorganiseerde
(jij) reorganiseert(jij) reorganiseerde
(hij) reorganiseert(hij) reorganiseerde
(wij) reorganiseren(wij) reorganiseerden
(jullie) reorganiseren(jullie) reorganiseerden
(gij) reorganiseert(gij) reorganiseerdet
(zij) reorganiseren(zij) reorganiseerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) reorganisere(dat ik) reorganiseerde
(dat jij) reorganisere(dat jij) reorganiseerde
(dat hij) reorganisere(dat hij) reorganiseerde
(dat wij) reorganiseren(dat wij) reorganiseerden
(dat jullie) reorganiseren(dat jullie) reorganiseerden
(dat gij) reorganiseret(dat gij) reorganiseerdet
(dat zij) reorganiseren(dat zij) reorganiseerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
reorganiseerreorganiseert
Participes
Participe présentParticipe passé
reorganiserend, reorganiserende(hebben) gereorganiseerd

Traductions

anglaisrationalize; reorganize
espagnolreorganizar
espérantoreorganizi
féringienskipa um
françaisreformer; relever