Information du mot rechtbuigen (néerlandais → espéranto: rektigi)

Synonymes: rechten, rechtmaken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈrɛxtbœy̯ɣə(n)/
Césurerecht·bui·gen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) buig recht(ik) boog recht
(jij) buigt recht(jij) boog recht
(hij) buigt recht(hij) boog recht
(wij) buigen recht(wij) bogen recht
(jullie) buigen recht(jullie) bogen recht
(gij) buigt recht(gij) boogt recht
(zij) buigen recht(zij) bogen recht
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) rechtbuige(dat ik) rechtboge
(dat jij) rechtbuige(dat jij) rechtboge
(dat hij) rechtbuige(dat hij) rechtboge
(dat wij) rechtbuigen(dat wij) rechtbogen
(dat jullie) rechtbuigen(dat jullie) rechtbogen
(dat gij) rechtbuiget(dat gij) rechtboget
(dat zij) rechtbuigen(dat zij) rechtbogen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
buig rechtbuigt recht
Participes
Participe présentParticipe passé
rechtbuigend, rechtbuigende(hebben) rechtgebogen

Traductions

anglaisstraighten
espérantorektigi
françaisrectifier