Information du mot zuiveren (néerlandais → espéranto: purigi)

Synonymes: louteren, reinigen, kuisen, doen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈzœy̯vərə(n)/
Césurezui·ve·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) zuiver(ik) zuiverde
(jij) zuivert(jij) zuiverde
(hij) zuivert(hij) zuiverde
(wij) zuiveren(wij) zuiverden
(jullie) zuiveren(jullie) zuiverden
(gij) zuivert(gij) zuiverdet
(zij) zuiveren(zij) zuiverden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) zuivere(dat ik) zuiverde
(dat jij) zuivere(dat jij) zuiverde
(dat hij) zuivere(dat hij) zuiverde
(dat wij) zuiveren(dat wij) zuiverden
(dat jullie) zuiveren(dat jullie) zuiverden
(dat gij) zuiveret(dat gij) zuiverdet
(dat zij) zuiveren(dat zij) zuiverden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
zuiverzuivert
Participes
Participe présentParticipe passé
zuiverend, zuiverende(hebben) gezuiverd

Traductions

allemandsauber machen; säubern; reinigen
anglaisclean; cleanse; purge; purify
anglais (vieil anglais)clænsian
danoisgøre rent; rense
espagnoladelgazar; limpiar; purificar
espérantopurigi
féringiengera reint; reinsa
françaisaffinier; purifier
frison occidentalsuverje
hawaiienhoʻomaʻemaʻe
hongroistisztít
islandaishreinsa
italienpulire
latinpurgare
malaismembersihkan
papiamentolimpia; purifiká
polonaisczyścić
portugaisassear; limpar; purificar
roumaincurăța; face curat; purifica
sranankrin
suédoisluttra; rena; rengöra; rensa; sovra
thaïทำความสะอาด
turcayıklamak