Information du mot overdenken (néerlandais → espéranto: pripensi)

Synonymes: bedenken, nadenken, nadenken over, prakkezeren, prakkizeren, wikken, zinnen, zinnen op

Parti du discoursverbe
Prononciation/ovərˈdɛŋkə(n)/
Césureover·den·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) overdenk(ik) overdacht
(jij) overdenkt(jij) overdacht
(hij) overdenkt(hij) overdacht
(wij) overdenken(wij) overdachten
(jullie) overdenken(jullie) overdachten
(gij) overdenkt(gij) overdacht
(zij) overdenken(zij) overdachten
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) overdenke(dat ik) overdachte
(dat jij) overdenke(dat jij) overdachte
(dat hij) overdenke(dat hij) overdachte
(dat wij) overdenken(dat wij) overdachten
(dat jullie) overdenken(dat jullie) overdachten
(dat gij) overdenket(dat gij) overdachtet
(dat zij) overdenken(dat zij) overdachten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
overdenkoverdenkt
Participes
Participe présentParticipe passé
overdenkend, overdenkende(hebben) overdacht

Exemples d’usage

U kunt nu gaan en overdenken wat ik u gezegd heb.
Hij overdacht of het haalbaar was naar de poort te hollen en erdoor weg te snellen in de duisternis.
Onmiddellijk bij het aanbreken van de dag overdacht Bourcart de maatregelen die genomen moesten worden.
Aldus overdacht Ronald Nilder de ontvangen mededeling, precies zoals de Saint verwacht had, en verliet zijn flat ongeveer vijf minuten later.

Traductions

afrikaansdink; nadink
allemandbedenken; sich überlegen; sinnen; nachdenken
anglaisponder
catalanmeditar; reflexionar; rumiar
danoissynes
espagnolmeditar; reflexionar
espérantopripensi
françaisréfléchir
frison occidentalneitinke
frison saterlandbetoanke; sik uurlääse
polonaisprzemyśleć
portugaispensar; refletir
suédoisbegrunda; besinna; betänka; övertänka