Information du mot tooien (néerlandais → espéranto: ornami)

Synonymes: decoreren, opsieren, uitdossen, versieren

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈtoːjə(n)/
Césuretooi·en

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) tooi(ik) tooide
(jij) tooit(jij) tooide
(hij) tooit(hij) tooide
(wij) tooien(wij) tooiden
(jullie) tooien(jullie) tooiden
(gij) tooit(gij) tooidet
(zij) tooien(zij) tooiden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) tooie(dat ik) tooide
(dat jij) tooie(dat jij) tooide
(dat hij) tooie(dat hij) tooide
(dat wij) tooien(dat wij) tooiden
(dat jullie) tooien(dat jullie) tooiden
(dat gij) tooiet(dat gij) tooidet
(dat zij) tooien(dat zij) tooiden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
tooitooit
Participes
Participe présentParticipe passé
tooiend, tooiende(hebben) getooid

Exemples d’usage

Zijn linkerhand was getooid met ringen die geen struikrover hem blijkbaar had weten te ontnemen.

Traductions

afrikaansversier
allemandaufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren
anglaisadorn; decorate; ornament
catalanornamentar
espagnoladornar; ornamentar
espérantoornami
françaisdécorer; orner; parer
frison saterlandaptunderje; fersierje; hämmelje; sierje; uutputsje
italienadornare; decorare
polonaisozdabiać
portugaisadornar; decorar; ornamentar
roumaindecora; împodobi; orna