Information du mot tegenstaan (néerlandais → espéranto: malplaĉi)

Synonyme: mishagen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈteɣənstan/
Césurete·gen·staan

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) sta tegen(ik) stond tegen
(jij) staat tegen(jij) stond tegen
(hij) staat tegen(hij) stond tegen
(wij) staan tegen(wij) stonden tegen
(jullie) staan tegen(jullie) stonden tegen
(gij) staat tegen(gij) stondt tegen
(zij) staan tegen(zij) stonden tegen
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) tegensta(dat ik) tegenstonde
(dat jij) tegensta(dat jij) tegenstonde
(dat hij) tegensta(dat hij) tegenstonde
(dat wij) tegenstaan(dat wij) tegenstonden
(dat jullie) tegenstaan(dat jullie) tegenstonden
(dat gij) tegenstaat(dat gij) tegenstondet
(dat zij) tegenstaan(dat zij) tegenstonden
Participes
Participe présentParticipe passé
tegenstaand, tegenstaande() tegengestaan

Exemples d’usage

Ik geef toe dat ook mij de omgeving tegenstaat.
Deze ruïne staat mij tegen.
Is dat ook iets wat je tegenstaat, kapitein?

Traductions

allemandmißfallen
anglaisdisplease
espérantomalplaĉi
françaisdéplaire