Information du mot aftekenen (néerlandais → espéranto: konturi)

Synonymes: omlijnen, omtrékken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɑftekənə(n)/
Césureaf·te·ke·nen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) teken af(ik) tekende af
(jij) tekent af(jij) tekende af
(hij) tekent af(hij) tekende af
(wij) tekenen af(wij) tekenden af
(jullie) tekenen af(jullie) tekenden af
(gij) tekent af(gij) tekendet af
(zij) tekenen af(zij) tekenden af
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) aftekene(dat ik) aftekende
(dat jij) aftekene(dat jij) aftekende
(dat hij) aftekene(dat hij) aftekende
(dat wij) aftekenen(dat wij) aftekenden
(dat jullie) aftekenen(dat jullie) aftekenden
(dat gij) aftekenet(dat gij) aftekendet
(dat zij) aftekenen(dat zij) aftekenden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
teken aftekent af
Participes
Participe présentParticipe passé
aftekenend, aftekenende(hebben) afgetekend

Traductions

allemandim Umriß zeichnen; umreißen
anglaisdelineate; draw; outline
espérantokonturi