Information du mot intensiveren (néerlandais → espéranto: intensigi)

Synonymes: verhevigen, verscherpen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ɪntɛnsiˈverə(n)/
Césurein·ten·si·ve·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) intensiveer(ik) intensiveerde
(jij) intensiveert(jij) intensiveerde
(hij) intensiveert(hij) intensiveerde
(wij) intensiveren(wij) intensiveerden
(jullie) intensiveren(jullie) intensiveerden
(gij) intensiveert(gij) intensiveerdet
(zij) intensiveren(zij) intensiveerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) intensivere(dat ik) intensiveerde
(dat jij) intensivere(dat jij) intensiveerde
(dat hij) intensivere(dat hij) intensiveerde
(dat wij) intensiveren(dat wij) intensiveerden
(dat jullie) intensiveren(dat jullie) intensiveerden
(dat gij) intensiveret(dat gij) intensiveerdet
(dat zij) intensiveren(dat zij) intensiveerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
intensiveerintensiveert
Participes
Participe présentParticipe passé
intensiverend, intensiverende(hebben) geïntensiveerd

Exemples d’usage

Samen met de Verenigde Staten zullen de Fransen de luchtaanvallen tegen IS in Syrië en Irak intensiveren, meldde het Amerikaanse ministerie van defensie.

Traductions

allemandintensivieren; verstärken; steigern; vergrößern; erhöhen; fördern
anglaisintensify
espérantointensigi; intensivigi