Information du mot te werk gaan (néerlandais → espéranto: agi)

Synonymes: ageren, bezig zijn, doen, handelen, optreden, handelen, presteren

Parti du discoursverbe
Césurete werk gaan

Exemples d’usage

Ik ben van mening dat het erg verstandig is om voorzichtig te werk te gaan bij het leggen van contact.
Ik moet heel voorzichtig te werk gaan.